Ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt ter uitvoering van de ruimtelijke beleidsplannen of structuurplannen. Die uitvoeringsplannen bestaan op de drie overheidsniveaus. Daarbij kan een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk, het provinciaal of het gewestelijk beleidsplan ruimte of de structuurplannen. De voorschriften in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kunnen evenwel niet afwijken van de provinciale of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, tenzij instemming is verkregen van die overheid.
Een ruimtelijk uitvoeringsplan bestaat uit een reeks stedenbouwkundige voorschriften die aangeven wat voor ontwikkelingen toelaatbaar zijn binnen de grenzen van het gebied. Het geeft de bestemming weer, en kan zich uitspreken over hoe het gebied moet worden ingericht en beheerd. Een ruimtelijk uitvoeringsplan gaat altijd vergezeld met een kaart: het grafisch plan. De stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan zijn beide even belangrijk en juridisch bindend.
Bij een ruimtelijk uitvoeringsplan zit ook altijd een toelichtingsnota. Die geeft de feitelijke ruimtelijke en juridische toestand weer van het gebied. De vastgestelde of goedgekeurde ruimtelijke uitvoeringsplannen hebben een verordenende kracht. Dat betekent dat het grafische plan en de stedenbouwkundige voorschriften in het ruimtelijke uitvoeringsplan bindend zijn voor burgers en bedrijven. Bij de beslissing over de omgevingsvergunningsaanvragen, dient dus rekening gehouden te worden met voorschriften zoals verwoord in de ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Een ruimtelijk uitvoeringsplan moet steeds opgemaakt worden met het oog op een goede ruimtelijke ordening en met het oog op het algemeen belang. De verschillende ruimtelijke behoeften worden in de loop van het planproces gelijktijdig tegenover elkaar afgewogen. De opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan betekent veelal tegelijkertijd dat een perceel minder of juist meer bouwmogelijkheden krijgt. Zolang het plan niet opgemaakt is met het oog op die individuele belangen, is dat geen probleem. Met andere woorden: bij de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan is het algemeen belang leidend: de gevolgen voor de individuele eigenaars zijn eraan ondergeschikt. Het kan dus zo zijn dat door de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan eigenaars schade ondervinden van een bestemmingswijziging. Als door het van kracht worden van een ruimtelijk uitvoeringsplan een stuk grond niet meer in aanmerking komt voor bebouwing, kan de eigenaar daarvoor planschade vorderen. Het tegenovergestelde komt trouwens ook voor: als door de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan een onroerend goed flink in waarde stijgt, is in bepaalde gevallen de eigenaar verplicht planbaten aan de overheid te betalen.