1. Buitenslapen kan bevorderlijk zijn voor het welbevinden bij kinderen doorheen de dag. Kinderen dienen het buitenslapen hierbij als een fijne ervaring te beleven. Als kinderbegeleider observeer je dus zeker de kinderen voor, tijdens en na het slapen.
2. Buitenslapen kan bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van het kind.
3. Door het buitenslapen komen kinderen/gezinnen/team nauwer in contact met de buitenomgeving. Kennismaking met de natuur, jaargetijden, blaadjes die ritselen, het voelen van zonnestralen, beweging van de wolken … De zintuigen worden geprikkeld.
4. Buitenslapen kan een mooie plek krijgen binnen het buitenspeelbeleid.
5. Tegemoetkomen (in de mate van het mogelijke) aan de vraag van de ouders om op maat van de kinderen het buitenslapen mogelijk te maken. Je volgt hierbij zoveel mogelijk het ritme en de behoeften van elk kind.
6. Meer ruimte creëren voor de slaapomgeving van de kinderen. Enerzijds is er meer plaats om te slapen omdat je de binnenruimte uitbreidt met de buitenruimte.
7. Anderzijds is er meer ruimte (lichamelijk en mentaal) voor de kinderen door buiten te zijn. En er is meer ruimte voor de kinderen binnen omdat er een aantal kinderen buitenslapen. Kinderen die op hetzelfde moment willen slapen, moeten elk in een apart bed kunnen slapen. Bij het buitenslapen geldt dat elk kind dat buitenslaapt in een veilig bed buiten ook binnen in een apart en veilig kinderbed moet terechtkunnen.
8. Uit een Fins ervaringsonderzoek door Marjo Tourula (2008) bleek dat kinderen vaak langer slapen in de frisse buitenlucht dan in de slaapkamer. Een aantal van de geobserveerde kinderen deden buiten gemiddeld een dut van anderhalf tot drie uur, terwijl dit binnen één tot twee uur was.
9. Bovendien sliepen de kinderen het best bij een gemiddelde temperatuur van -5°C. Buitenslapen werd niet als gevaarlijk ervaren voor een kind. Vele ouders ervaarden weinig nadelen aan het buitenslapen en ze gaven aan dat het slapen in de frisse lucht het aantal verkoudheden bij de kinderen verminderde en hun weerstand dus verhoogde.
10. De meeste kinderen waren actiever en genoten zichtbaar van het buitenslapen. De kledij van de kinderen werd wel aangepast aan de weersomstandigheden en ze sliepen in de nabijheid van de ouders of kinderbegeleiders.
11. Kinderen zouden sneller inslapen en dit omwille van de rust die ontstaat door de natuurlijke omgevingsgeluiden. Heel wat verder onderzoek is na dit ervaringsonderzoek aangewezen, zoals naar andere eventuele voordelen (bv. minder infecties), het eventuele risico op onderkoeling, de impact van de omgeving (bv. luchtkwaliteit) …
12. Gelijkaardige ervaringen weerklinken uit de andere kant van de wereldbol. Zo wordt er in de Australische kinderopvang meer en meer buitengeslapen. Ze bouwen verder op de ervaringen van Europese landen en combineren dit met de eigen ervaringen rond het buiten zijn en buiten spelen.