De laatste tijd is er een echte “wake-upcall” bezig m.b.t. de positie van slachtoffers van gender gerelateerd geweld en intrafamiliaal geweld. Slachtoffers nemen meer en meer het woord en brengen hun verhaal naar buiten om de taboes te doorbreken. Taboes waar ze behoorlijk onder lijden. Zo zijn er de getuigenissen in de pers: een sterk voorbeeld zagen we naar aanleiding van het grensoverschrijdend gedrag in Nederland bij “The Voice” en in Vlaanderen in nasleep van de zaak-De Pauw. Er verschenen recentelijk diverse boeken van mensen die als kind of als volwassene slachtoffer werden van intrafamiliaal geweld: partnergeweld, kindermishandeling, geweld tussen hun ouders, etc. Ook reportages speelden daarop in, een voorbeeld daarvan is “Als je eens wist … Partnergeweld en kindermishandeling” door Hilde Van Mieghem.
In die context wordt ook duidelijk dat, ook al herkennen we intrafamiliaal geweld en de dynamieken en onderliggende problemen die daaraan de grondslag liggen, slachtoffers toch nog vaak met de vinger worden gewezen. Dat gebeurt soms heel duidelijk en soms heel subtiel. Dat fenomeen heet “victim Blaming”.
Een duidelijk en breed verspreid voorbeeld van victim blaming zagen we in de reactie van John De Mol na het uitbrengen van de vele situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij “The Voice”. De Mol had daarop gereageerd met de stelling dat de slachtoffers zelf onmiddellijk aan de bel hadden moeten trekken. De reactie van de slachtoffers, paginagroot in de Nederlandse dagbladen met de ene zin: “Het ligt niet aan de vrouwen”, is precies waar het om draait.
Veel slachtoffers van intrafamiliaal geweld krijgen te maken met victim blaming. Uitspraken als “Ik heb het je toch gezegd …”, “Waar twee vechten, zijn twee schuld …”, “Het is de derde keer dat je hier staat voor hulp …”, “Je hebt vorige keer ook je aanklacht ingetrokken …” werken dat sterk in de hand.
Victim blaming is een hardnekkig fenomeen dat veel schade met zich meebrengt. Wanneer een slachtoffer het gevoel krijgt niet geloofd of niet erkend te worden, kan dat van grote invloed zijn op de verwerking en het herstel.
Negatieve reacties kunnen zelfs maken dat een slachtoffer (gevoelsmatig) een tweede keer slachtoffer wordt (secundaire victimisatie).
Het maakt de drempel om uit een gewelddadige relatie te stappen of aangifte te doen nog hoger voor slachtoffers. De angst om niet gehoord of geloofd te worden, maakt het er niet makkelijker op om die stap te zetten.
Hier uit zich het belang van het herkennen en erkennen van de dynamieken van intrafamiliaal geweld, de signalen en de rode vlaggen. En in het uitwerken van een aanbod waarin slachtoffers en hun gezinsleden zich gesteund en gehoord weten. Dat vergt naast inzicht en kennis, ook attitude en gericht handelen.