- Hoe onthaal je nieuwkomers en hun ouders op een 'warme' manier en hoe maak je hen wegwijs op school?
- Hoe organiseer je onthaalonderwijs en geef je het vorm?
- Wat zegt de wetgeving hierover?
- Hoe bepaal je de beginsituatie?
- Hoe bouw je een individueel werkplan op?
- Welke competenties breng je in ontwikkeling?
- Welke doelen streef je na?
- Hoe evalueer je?
- Hoe bied je goede zorg?
- Hoe maak je verbinding met de klas en zorg je ervoor dat anderstalige nieuwkomers goed kunnen aansluiten bij de reguliere lesactiviteiten?
Het wettelijke kader legt voorwaarden en richtlijnen vast voor de organisatie van het onthaalonderwijs op school. Binnen dat wettelijke kader maakt de school haar eigen keuzes voor de organisatie van het onthaalonderwijs: centrale opvang, semi-geïntegreerde opvang of geïntegreerde opvang.
Heel wat internationale tendensen wijzen in de richting van een meer geïntegreerd onthaalonderwijs, waarbij de anderstalige nieuwkomers grotendeels in de gewone klas zitten en enkele uren per week extra ondersteuning krijgen van een onthaalleerkracht of een zorgleerkracht. Zowel voor de sociale integratie als voor de taalverwerving biedt dit voordelen. Nieuwkomers vinden sneller verbinding met leeftijdsgenoten als ze meer tijd met hen doorbrengen. Impliciet taal leren door interactie met leeftijdsgenoten (native speakers) versnelt de taalverwerving.
De school creëert een gunstige leeromgeving voor de anderstalige nieuwkomers en werkt daarbij eerst aan de voorwaarden om tot leren te komen. Daartoe wordt ingezet op een warm en veilig onthaal van de anderstalige nieuwkomers en hun ouders in de school.
Het decreet op onthaalonderwijs bepaalt dat de school aan taalverwerving en sociale integratie moet werken. We vertalen dit als volgt: bij nieuwkomers werken we prioritair aan talige, sociale en zelfsturende competenties.
Elke AN is uniek, met eigen ervaringen en al dan niet met een eigen schoolse voorgeschiedenis. Het is daarom onontbeerlijk dat er een beginsituatieanalyse van de AN wordt gemaakt. Op basis van de beginsituatieanalyse wordt dan een individueel leertraject op maat gemaakt.
We bieden twee systemen aan die het leren kunnen ondersteunen: het Groeipad AN en Basisleerervaringen AN.
In het Groeipad AN selecteert de onthaalleerkracht doelen die relevant zijn voor de betrokken AN. De leervorderingen die deze leerling maakt, brengt de onthaalleerkracht in kaart door observatie en interactie. Gelijktijdig wordt er in de reguliere klas gezocht naar ‘verbinding’. Een nieuwkomer wil, net zoals de andere kinderen van de klas, meedoen en erbij horen. De klasleerkracht tracht de AN zo veel mogelijk te betrekken bij de inhoud van de reguliere lessen in de klas. De doelstellingen voor de nieuwkomers liggen binnen hetzelfde domein, maar zijn op maat van de nieuwkomer. De ‘verbindende’ doelstellingen zijn opgelijst in de ‘Basisleerervaringen AN’. Daarin kan de klasleerkracht doelen selecteren die betrekking hebben op de lessen in de reguliere klas.