Denk maar aan de aanbevelingen vanuit de MeMoQ-nulmeting in de gezins- en groepsopvang (2016), waarbij er meer aandacht gevraagd wordt voor educatieve ondersteuning zonder verschoolsing. Zo hebben ze het over het belang van een actief-stimulerende begeleidersstijl de hele dag door. Rijke speelkansen, niet alleen tijdens begeleide activiteiten maar ook tijdens vrij spelen, eet- en verzorgingsmomenten. Kortom, rijk spelen met aandacht voor taalstimulering. Bovendien mag er ook meer aandacht gaan naar de speelruimtes, binnen en buiten. Hoe prikkelend en gevarieerd zijn die? Bieden de inrichting en materialen voldoende uitdagende speelkansen voor elk kind, voor elk talent? Het nieuwe Decreet Buitenschoolse opvang (2019) deelt dezelfde ambitie: “Het bieden van een kindgerichte, uitdagende en speelse omgeving, afgestemd op de eigenheid en interesses van kinderen, om ervoor te zorgen dat kinderen hun talenten kunnen ontwikkelen in een sfeer van vrije tijd zonder formele of informele leerdruk.”
Dat zijn waardevolle ambities! Maar hoe zet je bovenstaande aanbevelingen om in de praktijk van jouw organisatie? Hoe vertaal je deze naar een krachtige speelvisie?
Deze uitdagende oefening bevat veel kansen om samen met een team echt na te denken over kwaliteitsvol spelen, over krachtig spelen met rijke ontwikkelingskansen voor ieder kind. Een visie geeft uiteraard een mening van een groep weer en wat de groep belangrijk vindt en wat niet. Een visie zegt iets over de waarden van een organisatie, maar een duurzame visie houdt ook rekening met onderzoeksresultaten, maatschappelijke tendensen en dus ook aanbevelingen. Een praktijkgericht onderzoek rond speelvisie en speelpraktijk dat Arteveldehogeschool, Bachelor Pedagogie van het Jonge Kind, in nauwe samenwerking met enkele kinderdagverblijven en initiatieven buitenschoolse opvang voerde, leidt ons naar tien invalshoeken voor een brede speelpraktijk:
- Speelmaterialen
- Speelklaar
- Binnenruimte
- Buitenruimte
- Speelondersteuning
- Speelimpulsen
- Activiteiten
- Rituelen en overgangen
- Bezoeken
- Thema’s en projecten
We zijn ervan overtuigd dat de tien invalshoeken de hele speelpraktijk omvatten.
In het DOE-boek Het Rijk der spelen bieden we per invalshoek twee inspiratiebommen aan die goesting geven om in actie te schieten. Vanuit deze acties voor de speelpraktijk zal je je pedagogische (speel)visie verder voeden en nog scherper stellen.