“Veel leraren tonen zich verbaasd over de plotselinge terughoudendheid die plaatsvindt tijdens de puberteit, ik niet, ten eerste omdat het kind de seksuele onrust die in hem woedt moet verbergen en ten tweede omdat de houding van volwassenen ten opzichte van hem volkomen verandert.
Stel je voor dat een achtjarige een verhaaltje schrijft over een monsterlijke spin die hem een muizenhol in jaagt. Het zal als een kinderverhaaltje opgevat worden en niemand maakt er zich druk om. Als hij datzelfde verhaaltje zou schrijven als hij veertien is, kan dat opgevat worden als een teken van een mentale afwijking. Een verhaal bedenken, een schilderij maken of een gedicht schrijven stelt een puber bloot aan kritiek. Daarom moet hij bij alles doen alsof zodat hij gevoelig of humoristisch of stoer of intelligent lijkt naargelang het beeld dat hij in de ogen van andere mensen wil creëren. Als hij zou geloven dat hij iets overbrengt in plaats van iets creëert, dan zouden we kunnen zien wat zijn werkelijke talenten zijn.”
(Johnstone, 1990)
De puberteit is niet altijd een goede vriend van improvisatie, gezien de eventuele schaamte die ze met zich meebrengt. Toch is het belangrijk hier je werk door te zetten en je performers enorm hard te steunen door ze zelfvertrouwen te laten vinden in improvisatie en eventueel succes te laten ervaren in hun deelname aan je creatieve werk.
Bij het vormen van de jonge geest is het fijn om eventueel ook de dogma ’s van je performer in vraag te stellen. Bijvoorbeeld: ‘Hoeft muziek altijd mooi te zijn?’ ‘Kan dansen alleen maar in een studio of op het toneel?’. Ik vind het altijd leuk om met hen een aantal ‘straffe verhalen’ te delen over kunst. Denk maar aan de stilte (4’33”) van John Cage – een muziekstuk in drie delen waarbij de muzikant vier minuten en drieëndertig seconden in stilte voor zijn instrument de lege partituur ‘uitvoert’ – of zelfs de voorstelling van 24 uur van Jan Fabre. Misschien kan je samen met je performers een eigen ‘straf project’ uitdenken.
TIPS
- Toon begrip voor eventuele angsten.
- Maak de vloer weer veilig en bouw van daaruit verder. Het kan voelen als een stap terug, maar de puberteit vraagt een bijzondere aanpak.
- Stel dogma’ s in vraag zoals ‘alles moet mooi zijn’ of ‘er moet altijd een vaste structuur zijn met een begin, midden en einde’.
- Zet de positieve elementen van een uitvoering extra in de verf.