Hoe voorschoolse voorzieningen onderwijs-ongelijkheid helpen doorbreken
Vanaf de jaren ’60 focussen onderzoekers en beleidsmakers zich op de relatie tussen onderwijs en sociale ongelijkheid (Downey & Condron, 2016). De uitbreiding van het lager onderwijs werd na de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld gelegitimeerd door het geloof in het gelijkmakende potentieel van onderwijs (Peschar & Wesselingh, 1985; Van Houtte, 2016). Ondanks deze aanname waren het vooral arbeiderskinderen die in het lager onderwijs zitten bleven. Vooral in meer geïndustrialiseerde landen ontstond daarom de idee dat kinderen beter nog vroeger voorbereid konden worden op de lagere school door reeds voor de leerplichtleeftijd naar school te gaan (Van Laere & Vandenbroeck, 2014; Zigler & Styfco, 2010). Na de eeuwwisseling kwam de idee van het gelijkmakende potentieel van voorschoolse voorzieningen in een stroomversnelling terecht omdat internationaal onderzoek wees op het belang van vroegtijdig leren als een fundament voor een succesvolle schoolloopbaan en uitei