Het Circusdecreet
Het circus in Vlaanderen werd in 2008 erkend in een apart Circusdecreet, dat ‘de toekomstperspectieven van diverse circusvormen structureel verankert’. Anno 2009 werd 2.221.000 euro subsidiegeld besteed aan de verschillende pijlers van het decreet: creatie, spreiding, coproductie, opleiding, circusateliers en de oprichting en werking van een Vlaams steunpunt voor de circuskunsten, het Circuscentrum in Gent. Dat subsidiebedrag bleef in de daaropvolgende jaren stabiel.
Dankzij een netwerk van jeugdcircusateliers, erkende circushogescholen, gezelschappen en traditionele circusfamilies vormt het circus een sector die professionaliseert, cultuuraanbod en werkgelegenheid creëert op structurele basis. Het is ook een aantrekkelijke opvoedkundige werkvorm. Het beste bewijs vormen de talrijke amateurscholen – de zogenaamde circusateliers – en de steeds groter wordende belangstelling van zowel programmatoren als publiek. Vanuit erfgoedperspectief is het intergenerationel