De impact van kleur op gedrag en emotie


Kleuren spelen een belangrijke rol in ons dagelijks leven en hebben de kracht om invloed uit te oefenen op onze gedachten, gevoelens en gedragingen. Of je nu een ruimte schildert, een kledingstuk kiest of een logo voor je bedrijf ontwerpt, het begrijpen van de effecten van kleur op ons gedrag en onze emotie kan van onschatbare waarde zijn. Kies zorgvuldig een kleurenschema dat past bij het doel van de ruimte. Rustgevende kleuren zoals blauw en groen kunnen geschikt zijn voor een ontspanningsruimte, terwijl levendige kleuren zoals geel en rood stimulerend kunnen werken in een creatieve omgeving.

Hieronder willen we de impact van kleur op gedrag en emotie verder verkennen.

Onverzadigde kleuren brengen rust. Onverzadigde kleuren zijn niet fel, wel zacht (pastel) of vergrijsd. Hoe zachter of meer vergrijsd, hoe meer rust ze brengen. Fellere accentkleuren zorgen voor een beetje pit, maar overheersen beter niet.

Anderzijds vermijden we het best zachte pastelkleuren in woon(zorg)omgevingen voor ouderen. Bij 65-plussers gaat het kleurenzicht immers achteruit, waardoor ze zachte kleuren als grijze tinten waarnemen, en niet meer als kleur. Men gebruikt dus toch best felle (maar geen fluo)kleuren en grote contrasten bij ouderen, willen we dat de bewoners nog kleuren waarnemen. Felle kleuren zullen door hen als zachte kleuren gezien worden. Maak weloverwogen keuzes op dat vlak, want voor de mensen die op bezoek komen of er werken kunnen deze kleuren wel als (te) fel worden ervaren.

Wees ook aandachtig voor mensen met kleurenblindheid. Dit komt het vaakst voor bij mannen. Zo worden rood en groen bij voorkeur niet samen gebruikt in omgevingszorg.

Studies hebben aangetoond dat koude kleuren vaak negatiever worden gewaardeerd en warme kleuren positiever. Anderzijds helpen koude, koele kleuren de bloeddruk te verlagen, brengen ze rust en helpen ze bij de concentratie. Koele kleuren vertrekken van blauw (alle tinten blauw, koel groen, paars …). Een evenwicht met warme kleuren en materialen, zoals hout, wordt aanbevolen.

Kleuren kunnen rust brengen, maar ook activeren. We belichten graag enkele kleuren. 

Blauw, de kleur van kalmte, sereniteit en vertrouwen, wordt vaak geassocieerd met stabiliteit en betrouwbaarheid. Zo is blauw rustgevend en kan gebruikt worden in ruimtes waar men rust of ontspanning wilt creëren, bijvoorbeeld in een badkamer, een wachtruimte of in het bureau van een sociale dienst. Blauw kan ook gebruikt worden in zakelijke omgevingen om gevoelens van vertrouwen en betrouwbaarheid bij cliënten en collega's te bevorderen. Blauw wordt soms ook geassocieerd met koelte of afstandelijkheid, afhankelijk van de tint. Het kalmerende effect van blauw kan helpen bij het verminderen van stress, wat vooral waardevol kan zijn in drukke omgevingen.

Rood, daarentegen, is een kleur vol energie, kracht en passie. Rood staat bekend om het stimuleren van activiteit en kan een verhoogd gevoel van opwinding en urgentie veroorzaken. Van zodra we rood zien, gaat onze hartslag omhoog, onze ademhaling versnelt. Ons lichaam maakt zich klaar om in actie te komen. In de natuur komt deze kleur slechts in twee gevallen massaal voor: als er bloed vloeit of als er vuur brandt. Dit heeft ervoor gezorgd dat we in actie komen als we de kleur rood zien: om te vechten of te vluchten. Ondanks duizenden jaren evolutie zorgt rood ook vandaag nog steeds voor een fikse adrenalineopstoot.

Rood kan gebruikt worden in ruimtes waar men actief bezig is, zoals bijvoorbeeld in een kinesitherapie- of sportruimte. Rood kan ook worden gebruikt om de aandacht te trekken en de alertheid te verhogen. Deze kleur moet echter met voorzichtigheid worden gebruikt, omdat een teveel aan rood ook gevoelens van agressie en irritatie kan veroorzaken.

Groen, een kleur die doet denken aan de natuur, wordt vaak geassocieerd met duurzaamheid, gezondheid en rust. Groen heeft een kalmerend effect en kan gevoelens van harmonie en balans teweegbrengen. De kleur wordt vaak gebruikt in zorgomgevingen, omdat ze een gevoel van rust en welzijn kan bevorderen. Groene kleuren kunnen ook positieve associaties hebben met geluk, vernieuwing en groei.

In een kantooromgeving kan het gebruik van groen de productiviteit en de concentratie verhogen.

Geel, de kleur van vrolijkheid, energie en optimisme, kan een positieve invloed hebben op gedrag en emotie. De kleur kan een emotionele reactie van geluk opwekken en stimulerend werken. Geel wordt vaak geassocieerd met creativiteit en stimuleert een gevoel van enthousiasme en speelsheid. Geel kan worden gebruikt om een gastvrije en vriendelijke sfeer te creëren, ook in horecagelegenheden. Deze kleur kan ook helpen om een gevoel van vertrouwen en positivisme te bevorderen in zakelijke omgevingen.

Anderzijds trekt geel aan, maar stoot het ook vlug weer af. Daarom wordt aangeraden om niet te veel geel te gebruiken in een woon(zorg)omgeving waar mensen met een psychiatrische aandoening wonen. Te veel geel kan angstgevoelens veroorzaken.

Paars staat vaak voor creativiteit, spiritualiteit en luxe. Paars kan een gevoel van mysterie oproepen en in verband worden gebracht met een koninklijke sfeer en met rijkdom. Lichtere tinten paars kunnen kalmerend werken, terwijl donkere tinten een gevoel van zwaarte kunnen oproepen.

Hoewel deze kleuren algemene associaties hebben met gedrag en emotie, is het belangrijk om rekening te houden met individuele verschillen en de culturele context. Individuen kunnen verschillende persoonlijke voorkeuren hebben en verschillende psychologische reacties vertonen op kleuren. Bovendien kan de betekenis die aan kleur wordt gegeven, variëren tussen landen en culturen.

Kleuren hebben dus een aanzienlijke impact en beïnvloeden ons vaak sterker dan we beseffen. De perceptie van kleuren bij de mens bevindt zich in het limbische systeem, het deel van onze hersenen dat functies beheert zoals emotionele reacties en onbewuste gedachten. Dit wijst op zich al op een sterk verband tussen onze perceptie van kleur en ons vermogen om emoties te verwerken, nieuwe dingen te leren en onze motivatie te vergroten.

Daarom is het belangrijk stil te staan bij de activiteiten die worden uitgevoerd in een ruimte, zodat je de juiste kleur kunt kiezen om deze activiteiten te stimuleren. Dit verhoogt de kans dat je het gedrag van de personen in de ruimte kunt stimuleren of sturen. Je kunt dus positieve dingen doen met het gevoelsmatige effect van kleuren. Bijvoorbeeld: als een ruimte blauw is, dan voelt ze twee graden koeler aan dan het eigenlijk is. Is de ruimte rood, dan ervaar je ze als twee graden warmer.

Enkele voorbeelden van concrete toepassingen:

  • Bureau van een hulpverlener of van een leidinggevende: blauwe muur of decoratie achter het bureau, waarop emotioneel geladen mensen die langskomen uitkijken. Blauw bevordert communicatie. Koele kleuren bevorderen rust en nadenken. Blauw draagt bij tot rustige communicatie. Blauw in evenwicht brengen met warme kleuren en natuurlijke materialen is belangrijk.
  • Wachtruimte: koele of koude kleuren. Blauw, lichtpaars, groen met warme accenten.
  • Actieruimtes: warme kleuren.
  • Rustruimtes: koele of koude kleuren.
  • Badkamer: blauw kan zeker gebruikt worden en kan warmer gemaakt worden door combinaties met hout en wit.
  • De voorkant van een balie van een onthaal: gele (oker) kleur.
  • Eet- en leefruimtes: verzadigde kleuren zoals rood, bruin en oranje zijn gepaste kleuren om te gebruiken in een ruimte waar er gegeten wordt. Rood werkt activerend, waardoor het eten beter smaakt. Het is bewezen dat blauwe en paarse kleuren leiden tot minder smaak bij het eten. Er kan van uitgegaan worden dat de oorsprong hiervan te vinden is in de natuur, waar blauw en paars dikwijls op de aanwezigheid van giftige stoffen wijzen (Van Eetvelde, 2011). Het is wenselijk om sombere kleuren zoals paars, donkerblauw, donkerbruin, of aubergine te vermijden.
  • Ruimtes waar personen met een psychische aandoening of met hersenbeschadiging verblijven: mensen met een psychische aandoening of hersenbeschadiging zijn extra gevoelig voor impulsen, afbeeldingen, en dag- of zonlicht. Zij hebben nood aan geestelijke rust. Dit kan bevorderd worden door een heldere basiskleur en natuurlijke elementen te gebruiken. Zon- en daglicht hebben een positief effect, waarvan het ochtendlicht effectiever werkt dan het avondlicht. Een overdaad aan geel, grote contrasten, abstracte afbeeldingen of drukke schilderijen (bv. een natuurbeeld met veel energie zoals een hevige waterval) worden het best vermeden. Ze kunnen onrust en angst verhogen. Indien met kleuraccenten wordt gewerkt, zijn frisse, energieke kleuren die optimisme uitstralen, aanbevolen.
  • Bezoekersruimtes en gangen: warme kleuren, terracotta, oranje, bruin, warme grijstinten, eventueel een beetje geel.
  • Handrails: neutraal, niet accentueren.
  • Vloeren: veel oudere mensen kijken naar de vloer. Een tip kan zijn om een ‘wandelpad’ in een andere kleur te gebruiken om de weg te wijzen. Het kan ertoe bijdragen dat personen met dementie niet naar de lift neigen te wandelen. Een dergelijk ‘wandelpad’ kan ook helpen om de overgang naar een andere ruimte of kamer duidelijker te maken. Een voorbeeld: een bruin ‘wandelpad’ op een vloer met grasprint kan gecombineerd worden met een houten zitbankje en een tekst als boodschap op de muur.
  • Toilet: Wil je met verschillende kleuren werken, dan verf je het plafond en de muur achter het toilet bij voorkeur in dezelfde kleur en de overige muren in een andere kleur. Op deze manier krijg je geen kokergevoel. Gelige en bruine tinten worden het best vermeden. De zone rond handwassers en zeepdispensers kan men een accent geven om ze te doen opvallen.
  • Onveilige plaatsen: De kleuren geel een zwart worden hiervoor zeer vaak gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan de waarschuwingsborden bij elektriciteit- en valgevaar. Ook dit vindt zijn oorsprong in de natuur. Dieren die gele en zwarte kleuren bevatten, zijn meestal gevaarlijk, bijvoorbeeld een luipaard, tijger, wesp, gifslangen en gifkikkers.
  • Een kamer van een inwoner: een heldere basiskleur is wenselijk omdat ze meer licht geeft. De volgende kleuren worden aangeraden: groen, blauw, pastelkleuren, warme grijstinten, zachte warme kleuren, accenten met verzadigde kleuren.

Het is wenselijk sombere kleuren zoals paars, donkerblauw, donkerbruin en aubergine te vermijden. Dit geldt ook voor geel, tenzij in een kleine dosis. In een inspringende hoek wordt het best van kleur veranderd, niet in een uitspringende hoek.

Een meer donkere kleur achter het hoofdeinde van het bed kan worden gebruikt omdat dit een gevoel van stabiliteit en veiligheid geeft.

Een donkere kleur of donkere kasten worden afgeraden omdat dit de ruimte verkleint, wat bedreigend kan aanvoelen, zeker bij angstige personen. Mensen hebben nood aan kleur. Bedlegerige mensen kijken veel naar het plafond. Durf ook in het plafond met kleurschakeringen te werken. Ook de hemel heeft tenslotte verschillende kleuren.

Wil je graag meer lezen over de manier waarop omgevingsfactoren gedrag en welbevinden beïnvloeden? Lees dan de publicatie 'Omgevingszorg' van Mieke Van Acker. Zij is algemeen directeur van wzc De Zonnewende, dat 'healing environment' heeft als bouwconcept.

Op 9 mei geeft Mieke Van Acker een seminarie boordevol praktijkgerichte tips die je kan inzetten om een positieve omgeving te creëren voor de mensen om je heen. Er wordt extra aandacht besteed aan specifieke doelgroepen die extra gevoelig zijn voor omgevingsprikkels, zoals personen met dementie. 


Âmeluna vzw ijvert voor andere zorg