Dagbestedingsactiviteiten in/met de buurt


Ieder van ons heeft een dagbesteding: je gaat werken, op stap met vrienden, doet vrijwilligerswerk of oefent een hobby uit. Het invulling geven aan je dag is niet voor iedereen een evidentie. Voor personen met een ondersteuningsnood wordt dagbesteding georganiseerd als dienstverleningsvorm. Het begrip dagbesteding krijgt dan een veel nauwere betekenis: een structureel georganiseerde dienstverlening tijdens weekdagen. De dienstverlening richt zich op ontmoeting, arbeid, vorming, ontspanning, sport, enzovoort. De nodige ondersteuning zorgt ervoor dat deze dagbesteding niet zo vrijblijvend kan worden ingevuld als door jou en mij.

In een ideale, inclusieve wereld ligt dagbesteding voor personen met en zonder ondersteuningsnood niet zo ver van elkaar.

We nodigen je uit om met een open blik naar dagbesteding als dienstverleningsvorm te kijken. Wat versta jij vandaag onder ‘dagbesteding’? En hoe zou dit er in de toekomst kunnen uitzien?

Wat denk je bij volgende voorbeelden? Kunnen deze personen in jouw organisatie ondersteuning krijgen bij hun activiteit?

​- ​Jan werkt af en toe in de tuin van zijn buurman.
​- ​Sarah geniet maandelijks van een snoezelactiviteit.
​- ​Jarno gaat elke week zwemmen met ondersteuning.
​- ​Greta is gepensioneerd en helpt vrijwillig mee in je organisatie.
​- ​Jacques, een deelnemer uit jouw organisatie, helpt mee in een andere ​​organisatie.

Oranje vzw ontwikkelde een model voor dagbesteding dat uitgaat van een buurtgerichte benadering, over doelgroepen heen. Dit sterkt de overtuiging dat deze inzichten voor meerdere sectoren binnen zorg en welzijn een antwoord kunnen bieden op huidige uitdagingen.

Lokale inbedding

Een van de principes waarop hun model is gebouwd, is ‘lokale inbedding’. Het uitgangspunt van lokale inbedding is: ‘wat in de buurt georganiseerd kan worden, gaat door in de buurt, en niet in eigen gebouwen’.

Bekijk je huidige aanbod en ga na waar de dagbestedingsactiviteiten vandaag doorgaan. Stel je bij iedere activiteit volgende vragen:

  • Kan de activiteit die je nu in eigen gebouwen organiseert ook in de buurt doorgaan? Let wel: louter op een externe locatie tussen vier muren zitten, biedt geen meerwaarde. Zoek de meerwaarde in het zichtbaar zijn. Misschien trekt het wel nieuwe deelnemers aan of stellen vrijwilligers zich kandidaat? Misschien zijn er wel deelnemers die deeltaken op die locatie zelf kunnen opnemen? Of mogelijk doe je nieuwe ideeën op door daar aanwezig te zijn?
In opdracht van een lokale bakkerij, deden we al enkele jaren inpakwerk in onze eigen gebouwen. In gesprek met de opdrachtgever kozen we ervoor ​om de inpakopdracht vanaf nu in de bakkerij zelf te laten plaatsvinden. De deelnemers komen zo in contact met de klanten van de bakkerij en kunnen aan de slag in een reguliere omgeving.
  • Zijn er partners in de buurt die een gelijkaardige activiteit organiseren? Kan je eventueel aansluiten op hun aanbod? Of kan je samen met een partner (dienst, organisatie, bedrijf, vereniging) nieuw aanbod creëren?
Enkele jaren geleden organiseerden we als dagbestedingsactiviteit een kookcursus voor de deelnemers. Een cursus die vanuit het Centrum Volwassenenonderwijs (cvo) ook wordt aangeboden. We gingen in gesprek met het cvo en startten samen een extra kookmoment. Het cvo geeft les en wij ondersteunen de deelnemers. De kwaliteit van de cursus ligt hierdoor hoger én we creëerden tegelijk een ruimer aanbod voor personen met een ondersteuningsnood. Ook deelnemers van buiten de organisatie kunnen op dat aanbod aansluiten.
  • Kan een deelnemer van dagbesteding individueel aansluiten bij een activiteit in de buurt waar je de nodige nabijheid kan bieden? Dit hoeft niet steeds door een professionele medewerker te gebeuren.
Shirley is graag creatief met bloemen bezig. In het lokaal dienstencentrum gaat wekelijks een workshop bloemschikken door. Mits een kennismaking met de vrijwilliger die de workshop geeft, is het voor Shirley haalbaar om hierbij aan te sluiten. Als ze vragen heeft, durft ze die stellen. De vrijwilliger weet ook op welke signalen te letten als Shirley zich niet goed voelt. Shirley leerde zo heel wat andere gelijkgestemden kennen uit de buurt.
  • Kan een deelnemer vanuit je uitvalsbasis van betekenis zijn voor een buur?
Rudy houdt van sociale contacten en is ondertussen goed gekend in de buurt waar hij dagbesteding volgt. Voor de ouder wordende buurvrouw wordt het steeds moeilijker om de rolluiken omhoog te doen ‘s morgens. Rudy maakt er zijn dagelijkse opdracht van om haar te helpen met deze kleine handeling en geniet van het praatje achteraf. Dit doet hij tussen de andere activiteiten door.
  • Wat zijn interesses, wensen en noden van de deelnemers en hoe kunnen deze gekoppeld worden aan de lokale noden in je buurt?
De deelnemers en begeleiders sluiten aan bij het buurtcomité. Hier kunnen ze hun eigen interesses en ideeën delen om de jaarlijkse activiteiten mee vorm te geven.
Sasha wil zich graag inzetten tegen voedselverspilling. Hij werkt mee aan het buurtproject ‘de deelfrigo’, waarbij voedselresten opgehaald kunnen worden door buurtbewoners.
  • Je kan weloverwogen nog steeds beslissen een activiteit in eigen gebouwen te organiseren. Hoe kan een activiteit in eigen gebouwen van betekenis zijn voor de deelnemers?
Voor Ilse is het belangrijk om op woensdag een ‘rustdag’ in te bouwen. Die dag gaat ze naar dagbesteding in onze eigen gebouwen. Naargelang haar nood, doet ze actief mee of geniet ze gewoon van het erbij zijn. Zo laadt ze zich terug op om op donderdag en vrijdag actief in de buurt te participeren.                
  • Hoe kan je je gebouw(en) openstellen voor de buurt?
We zetten de deuren van onze locatie open en nodigen buurtbewoners uit een tasje koffie of wat verse soep te komen drinken. De medewerkers van de groendienst komen steevast langs op dit inloopmoment.


Ben je ook op zoek naar een duurzame en efficiënte manier om dagbesteding te organiseren? Neem deel aan de studiedag ‘Dagbesteding, een hefboom voor een inclusieve buurt’ (optioneel incl. boek).



Hoe ontwikkel je een communicatieplan?