Een gedoopte persoon vroeg het Bisdom Gent om geschrapt te worden uit alle bestanden van de Rooms-Katholieke Kerk, en dus ook uit het doopregister. De Kerk verwijdert de gegevens evenwel niet uit de doopregisters, maar voegt in de kantlijn van het register een aantekening toe die de wens van de persoon weergeeft om de Kerk te verlaten.
Het recht om gegevens te laten verwijderen (artikel 17 AVG) is niet absoluut en kan alleen onder bepaalde voorwaarden worden uitgeoefend. De Kerk is van mening dat zij een gerechtvaardigd belang heeft bij het bewaren van de gegevens in het doopregister, aangezien dit bewaren noodzakelijk is voor het doel van de gegevensverwerking, en dat daarom in dit soort gevallen niet is voldaan aan de voorwaarden die van toepassing zijn op een verzoek om verwijdering. Als rechtsgrondslag voor de verwerking van de doopgegevens beroept de Kerk zich op haar gerechtvaardigd belang om mogelijke (identiteits)fraude te voorkomen aangezien volgens de katholieke rechtsleer een doop slechts één keer kan plaatsvinden. Hierdoor zou het noodzakelijk zijn om een register hiervan bij te houden.
De Geschillenkamer bevestigde dat dit voor de Kerk inderdaad een gerechtvaardigd belang inhoudt. Dit gerechtvaardigd belang kan echter enkel als basis voor de gegevensverwerking gelden indien de verwerking ook noodzakelijk is om dat doel te bereiken, en als het belang van de betrokkene (hier: de klager) niet zwaarder weegt dan het belang van de organisatie die de gegevens verwerkt (hier: Bisdom Gent).
De Geschillenkamer concludeerde in dit verband dat noch aan deze noodzakelijkheidsvereiste, noch aan de belangenafweging werd voldaan. Enerzijds is het niet altijd mogelijk om na te gaan of het doopsel al dan niet heeft plaatsgevonden, omdat het register alleen op papier wordt bijgehouden binnen één enkele parochie (daar waar het doopsel heeft plaatsgevonden). De gegevensverwerking zoals die vandaag wordt uitgevoerd, voorkomt dus in feite niet dat iemand twee keer hetzelfde sacrament ontvangt en is daarom a priori niet geschikt om het gewenste doel te bereiken. Anderzijds is het levenslang bewaren van alle gegevens van de klager – inclusief de gegevens die niet strikt nodig zijn om te kunnen vaststellen of iemand reeds gedoopt is – onevenredig van zodra hij uitdrukkelijk aangeeft afstand te willen nemen van de Kerk.
Het gevolg is dat de verwerking als onrechtmatig wordt beschouwd, wat betekent dat de klager zijn recht op gegevenswissing succesvol kan uitoefenen. Bovendien moeten gegevens ook worden gewist als er een gerechtvaardigd bezwaar tegen de gegevensverwerking wordt gemaakt, wat hier dus het geval is.
De Geschillenkamer beval het Bisdom Gent dan ook om te voldoen aan het verzoek van de klager om zijn recht van bezwaar tegen de verwerking van zijn gegevens uit te oefenen en zijn gegevens te wissen.
Momenteel is er een beroepsprocedure lopende bij het Marktenhof (Brusselse Hof van Beroep) tegen deze beslissing.
Lees beslissing 169/2023 van de Geschillenkamerhier.
Het volledige Jaarverslag 2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit (gepubliceerd op 20 juni 2024) is beschikbaaronline of inPDF.